News
Beter voorspellen of CPAP-beademing werkt
’s Nachts te weinig zuurstof en overdag teveel kooldioxide in het bloed geeft een hogere kans dat een CPAP-beademing bij mensen met COPD en obstructieve slaapapneu gaat mislukken. Die kenmerken zijn van te voren te meten. De arts kan dan beter vroegtijdig BiPAP-beademing aan de patiënt voorstellen, stelt longarts en onderzoeker Manu Sastry.
Obstructieve slaapapneu komt ook bij mensen met COPD vaak voor en veroorzaakt ademstops gedurende de nacht. De standaard behandeling bestaat uit een CPAP-beademingsmasker. Hieruit komt een constante luchtstroom die ademstops voorkomt. CPAP-therapie voor deze groep mensen vermindert het aantal COPD exacerbaties (longaanvallen), het aantal ziekenhuisopnames en verbetert het overleven.
Effect van CPAP voorspellen
Een behandeling met een CPAP-masker voor obstructieve slaapapneu slaagt echter helaas niet altijd. Dit probleem doet zich vaak voor bij mensen met COPD. Dan faalt de CPAP-therapie in verband met onverdraagzaamheid. Uit het onderzoek van Sastry en zijn collega’s van Ciro blijkt dat het van te voren te voorspellen is, of starten met een CPAP-behandeling een goede keuze is.
Zuurstof en kooldioxide
De onderzoekers keken naar verschillende kenmerken van 84 mensen met COPD en obstructieve slaapapneu, die voor slaaponderzoek en behandeling bij het Academisch Slaapcentrum Ciro kwamen. Zo werden onder andere de hoeveelheden zuurstof en kooldioxide in het bloed gemeten. Mensen bij wie de CPAP-behandeling niet aansloeg, bleken vaak voorafgaand aan de behandeling ’s nachts te weinig zuurstof in het bloed te hebben en overdag juist teveel van het ‘afvalgas’ kooldioxide.
Sneller de juiste behandeling
Als CPAP geen geschikte behandeling bleek, werd meestal pas in tweede instantie voor BiPAP gekozen, waarbij de luchtstroom niet continu is en de ademhaling sterker ondersteund wordt. BiPAP therapie werd bij deze groep mensen veel beter verdragen en verminderde de hoeveelheid kooldioxide in het bloed. Nu beter bekend is bij wie CPAP waarschijnlijk niet aanslaat, kan voor meer patiënten vroegtijdig de juiste behandeling worden gekozen.