Hartfalen

Bij hartfalen is er sprake van een verminderde pompfunctie van het hart, waardoor het bloed minder goed door het lichaam gepompt wordt. Het hart moet daardoor harder werken.

 

Mensen met hartfalen merken meestal niet direct dat het hart een verminderde pompfunctie heeft. Pas als het hart niet meer kan compenseren, ontstaan er klachten. 

 

Klachten

Door de verminderde pompfunctie bij hartfalen krijgen andere organen in het lichaam te weinig zuurstof. Dit geeft klachten als kortademigheid, moeheid, vocht vasthouden (opgezette benen en enkels), onrustig slapen en vaak plassen.  

 

Oorzaken

Hartfalen kan verschillende oorzaken hebben, zoals een hartinfarct, waarbij een kransslagader verstopt zit, maar ook hartritmestoornissen of een hoge bloeddruk. De aandoening kan ook worden veroorzaakt door een virusinfectie, een erfelijke aandoening of een aandoening aan de hartkleppen of hartspieren.

 

Andere aandoeningen

In Nederland hebben bijna 142.000 mensen te maken met hartfalen. De aandoening gaat vaak samen met andere aandoeningen, zoals diabetes, nierproblemen, COPD, depressie, bloedarmoede en slaapstoornissen.   

 

Behandeling

Vaak nemen de klachten bij hartfalen in de loop van de tijd toe. De behandeling verschilt van persoon tot persoon en is afhankelijk van de onderliggende oorzaak en fase van de ziekte. Om patiënten zo succesvol mogelijk te behandelen is vaak een gespecialiseerde behandelingen op maat, noodzakelijk. Dit is zeker het geval bij patiënten met complex, chronisch hartfalen met ernstige beperkingen in fysiek en dagelijks functioneren.